Als er één apparaat niet meer weg te denken is uit het leven zoals we dat nu kennen, dan is het wel de koelkast. Veel mensen in de Westerse wereld kunnen zich waarschijnlijk geen leven meer zonder koelkasten voorstellen. Waar zou je zijn zonder je koude biertje of frisdrank in de zomer? Of hoe zou je je vlees en vis anders bewaren? De afhankelijkheid van dit apparaat begon in de jaren 50 van de vorige eeuw en is sindsdien alleen maar toegenomen. Waar in de jaren 50 maar 10 procent van de huishoudens in het bezit was van een koelkast, was dit aan het begin van de jaren 70 al 93 procent. Toch gaat de geschiedenis van de koelkast al bijna 200 jaar terug.
De evolutie van de koelkast
In het jaar 1834 werd het eerste patent op ‘de koelmachine’, zoals deze toen nog genoemd werd, verkregen. Interessant genoeg werd deze toen voornamelijk gebruikt om bier koel te houden. Pas tientallen jaren later werd de koelkast voor huishoudelijke doeleinden ingezet.
Hoewel de naam dit niet doet vermoeden, wordt de koelkast eigenlijk aangedreven door een warmtepomp. Via een ingewikkeld chemisch proces wordt een speciale vloeistof namelijk met een hoge temperatuur omgezet in een lage temperatuur. De warmte verlaat het apparaat dan via de buizen aan de achterkant, die iedereen waarschijnlijk wel eens heeft zien zitten.
De koelkast van nu
Waar men het in de jaren 50 moest doen met een standaardmodel, hebben wij tegenwoordig de keuze uit een breed scala aan koelkasten die uitgerust zijn met de nieuwste technologische toepassingen. Deze variëren van een praktische inbouwkoelkast tot een grote Amerikaanse koelkast waar je met één druk op de knop ijs uithaalt. Ook zijn koelkasten tegenwoordig gelukkig veel milieuvriendelijker geworden. Het gebruik van een schadelijke koelvloeistof, die tot de jaren 80 het meest gebruikt werd voor de productie van koelkasten, werd met een internationaal verboden. Daarna zijn producenten op zoek gegaan naar minder schadelijke alternatieven voor deze stof.